ECLI:NL:HR:2009:BH5462
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot vaststelling van salaris van curator in faillissementszaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 mei 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de afwijzing van een verzoek van de gewezen curator, [verzoeker], tot vaststelling van zijn salaris en de faillissementskosten. Het faillissement van Warmvloer Den Haag B.V. werd uitgesproken op 5 september 2001, waarbij [verzoeker] als curator werd aangesteld. Hij verzocht de rechtbank 's-Gravenhage om zijn salaris van € 8.391,37 en faillissementskosten van € 491,07 vast te stellen over de periode van 5 september 2001 tot 6 april 2006. De rechtbank hoorde de rechter-commissaris, die adviseerde het salaris en de kosten vast te stellen op € 4.400,-- exclusief btw. Na verdere correspondentie en een hoorzitting op 25 april 2007, heeft de rechtbank bij eindbeschikking van 27 mei 2008 het salaris van [verzoeker] vastgesteld op € 4.400,--. Tegen deze eindbeschikking heeft [verzoeker] cassatie ingesteld. De Advocaat-Generaal L. Timmerman concludeerde tot verwerping van het cassatieverzoek. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in de middelen niet tot cassatie konden leiden, aangezien deze geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling met zich meebrachten. De Hoge Raad verwierp het beroep, en deze beschikking werd openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.