ECLI:NL:HR:2009:BH5221
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Bewijsmotivering opzet bij aanwezigheid van hennep
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, waarbij de verdachte is veroordeeld voor het opzettelijk aanwezig hebben van hennep. De verdachte, geboren in 1967, heeft op 25 mei 2005 samen met een ander een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep in de gemeente Hoogeveen gehad. De verdediging betoogde dat er geen opzet was op het aanwezig hebben van de hennep, wat door het Hof onvoldoende gemotiveerd werd weerlegd. De Hoge Raad oordeelt dat de bewezenverklaring van het opzet niet toereikend is gemotiveerd. De advocaat-generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het Gerechtshof voor herbehandeling van de zaak. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en wijst de zaak terug, zodat deze opnieuw kan worden berecht. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijsmotivering, vooral in zaken waar opzet een cruciale rol speelt. De verdachte had verklaard dat hij niet op de hoogte was van de hennep in de auto en dat hij mogelijk niet eens uit de auto was gestapt, wat de verdediging als een geloofwaardige verklaring aanvoerde. De Hoge Raad concludeert dat het Hof meer uitleg had moeten geven over de opzet van de verdachte, waardoor de zaak opnieuw moet worden beoordeeld.