ECLI:NL:HR:2009:BH4717
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Afwijzing schadevordering na beëindiging intentieovereenkomst windmolenproject
In deze zaak heeft eiseres, handelend onder de naam [A] en voorheen onder de naam [B], de verweerders gedagvaard voor de rechtbank Zwolle-Lelystad. Eiseres vorderde een verklaring voor recht dat verweerders toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen uit de overeenkomst en dat zij schadeplichtig zijn. De rechtbank heeft op 20 juli 2005 de vorderingen afgewezen. Eiseres heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 1 mei 2007 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Eiseres heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen op 12 juni 2009.