ECLI:NL:HR:2009:BH4078
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Beslag op personenauto in het kader van strafrechtelijke procedure en mede-eigendom
In deze zaak gaat het om een beklagprocedure naar aanleiding van conservatoir beslag dat is gelegd op een BMW, in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar klager [klager 2]. Klager en klaagster, die samenwoonden, hebben samen een klaagschrift ingediend met het verzoek om teruggave van de auto, waarbij zij zich beroepen op mede-eigendom. De rechtbank heeft het beklag ongegrond verklaard, waarbij zij heeft geoordeeld dat klaagster niet als enige eigenaar van de auto kan worden aangemerkt. De Hoge Raad bevestigt deze beslissing en verklaart klager [klager 2] niet-ontvankelijk in zijn beroep, terwijl het beroep van klaagster [klaagster 1] wordt verworpen. De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank op juiste wijze heeft geoordeeld over de belangen van de klaagster en de mogelijkheid dat een eventuele betalingsverplichting van klager [klager 2] kan worden verhaald op zijn aandeel in de auto. De beslissing van de rechtbank wordt als toereikend gemotiveerd beschouwd, en de Hoge Raad concludeert dat er geen onrechtmatigheid in het beslag is vastgesteld. De zaak illustreert de juridische complicaties rondom mede-eigendom en beslaglegging in het strafrecht.