ECLI:NL:HR:2009:BH4042
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Beroepsaansprakelijkheid van octrooigemachtigde en uitvoerbaarverklaring bij voorraad
In deze zaak gaat het om een beroepsaansprakelijkheidskwestie van een octrooigemachtigde. [A] c.s. hebben [B] c.s. gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage, waarbij zij vorderden dat [B] c.s. hoofdelijk zouden worden veroordeeld tot betaling van een aanzienlijk bedrag. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 24 juli 2002 en een eindvonnis van 8 oktober 2003 geoordeeld dat [B] c.s. aansprakelijk zijn voor de schade die [A] c.s. hebben geleden. [B] c.s. hebben tegen deze vonnissen hoger beroep ingesteld, wat leidde tot een eindarrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage op 29 mei 2008. In dit arrest werd het vonnis van de rechtbank van 8 oktober 2003 vernietigd en werd [B] c.s. veroordeeld tot betaling van een lager bedrag aan [A].
[A] heeft cassatie ingesteld tegen het eindarrest van het hof, terwijl [B] c.s. incidenteel cassatieberoep hebben ingesteld en tevens uitvoerbaarverklaring bij voorraad hebben gevorderd. De Hoge Raad heeft de incidentele vordering tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad toegewezen, waarbij het belang van [B] c.s. bij toewijzing van de vordering werd erkend, gezien het restitutierisico dat [A] c.s. niet had bestreden. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de belangenafweging in het voordeel van [B] c.s. uitviel, en heeft de kosten van het incident gecompenseerd.
De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging in beroepsaansprakelijkheidszaken, vooral wanneer het gaat om de uitvoerbaarheid van vonnissen en de risico's van restitutie. De zaak benadrukt ook de verantwoordelijkheden van octrooigemachtigden en de gevolgen van beroepsfouten in het octrooirecht.