ECLI:NL:HR:2009:BH3717

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/00220
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vereisten van art. 153 Sv in relatie tot kennisgeving van bekeuring en bewijsvoering

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 juni 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was vrijgesproken van twee tenlastegelegde feiten, namelijk het nuttigen van alcohol in een aangewezen gebied en het voorhanden hebben van drugs op een openbare plaats. De Advocaat-Generaal had cassatie ingesteld, omdat het Hof volgens hem onvoldoende gemotiveerd had geoordeeld dat er niet voldoende wettig bewijs was voor de vrijspraak. De Hoge Raad oordeelde dat de kennisgevingen van bekeuring niet voldeden aan de vereisten van artikel 153 van het Wetboek van Strafvordering (Sv), omdat deze alleen het nummer van de verbalisant vermeldden en niet de naam. Dit artikel vereist dat een proces-verbaal door een opsporingsambtenaar persoonlijk en op ambtseed wordt opgemaakt, gedagtekend en ondertekend. De Hoge Raad concludeerde dat het oordeel van het Hof dat er 'niet voldoende wettig bewijs' was, zonder nadere motivering niet begrijpelijk was. Daarom vernietigde de Hoge Raad de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof, zodat deze opnieuw kon worden berecht en afgedaan.

Uitspraak

9 juni 2009
Strafkamer
nr. 08/00220
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, Enkelvoudige Kamer, van 10 april 2007, nummer 22/006024-06, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1957, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad het bestreden arrest zal vernietigen en de zaak zal terugwijzen naar het Hof dan wel zal verwijzen naar een aangrenzend hof, opdat de zaak op het bestaande beroep opnieuw zal worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel behelst de klacht dat het Hof de verdachte ten onrechte, althans onvoldoende gemotiveerd, heeft vrijgesproken van het tenlastegelegde.
2.2. Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
"1. hij te 's-Gravenhage op of omstreeks 06 juni 2005, op de weg, het Spui, die deel uitmaakt van een door burgemeester en wethouders van die gemeente aangewezen gebied, alcohol heeft genuttigd en/of aangebroken flessen en/of blikjes en/of dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich heeft gehad;
2. hij te 's-Gravenhage op of omstreeks 06 juli 2005, op of aan de weg, op een voor publiek toegankelijke plaats het Spuiplein middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet heeft gebruikt, heeft toegediend, dan wel voorbereidingen daartoe heeft verricht of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen openlijk voorhanden heeft gehad, immers heeft hij een (grote) zak wiet bij zich gehad."
2.3. Het Hof heeft de verdachte van het tenlastegelegde vrijgesproken en daartoe overwogen:
"Het proces-verbaal van politie terzake van het onder 1 tenlastegelegde feit is niet ondertekend door de verbalisant die dit proces-verbaal heeft opgesteld, zijnde [verbalisant 1]. Op de kennisgeving bekeuring van de politie heeft de verbalisant - die deze kennisgeving van bekeuring heeft uitgeschreven - enkel diens verbalisantnummer ingevuld en niet diens naam.
Ook het proces-verbaal van politie terzake van het onder 2 tenlastegelegde feit is niet ondertekend door de verbalisant die dit proces-verbaal heeft opgesteld, zijnde [verbalisant 2]. Op de kennisgeving bekeuring van de politie heeft de verbalisant - die deze kennisgeving van bekeuring heeft uitgeschreven - enkel diens verbalisantnummer ingevuld en niet diens naam.
Naar het oordeel van het hof is er aldus niet voldoende wettig bewijs en is niet wettig bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 en 2 is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken."
2.4. Bij de stukken van het geding bevinden zich:
(a) een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 3], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisanten dan wel een van hen:
"PVB-NR.: 06.06.2005.1420.[002] (...) Ik, (...) [verbalisant 1] (...) hoofdagent (...)
zag/constateerde, dat een persoon de hierna gerelateerde overtreding pleegde/heeft gepleegd: op de weg, binnen een door burgemeester en wethouders aangewezen gebied, alcoholhoudende drank nuttigen.
(...)
Datum: 6 juni 2005
Omstreeks: 14.20 uur
Plaats: 's-Gravenhage
Gemeente: 's-Gravenhage
Locatie: Spui
Een voor het openbaar verkeer openstaande weg binnen een als zodanig aangeduide bebouwde kom
Soort weg: een weg
(...)
Betr. was bier aan het drinken in een door B&W aangewezen gebied.
Uitzonderingsbepalingen waren niet van toepassing.
Verdachte werd staande gehouden en verstrekte mij, daarnaar gevraagd, de volgende persoonsgegevens:
Verdachte Naam: [achternaam verdachte]
Voorletters: [voorletters verdachte]
Voornamen: [voornamen verdachte]
Geb.plaats: [geboorteplaats]
Geb.datum: [geboortedatum]-1957
Straatnaam: [a-straat 1]
Pc/woonpl.: [woonplaats]
(...)
Opmerkingen opsp.ambt. 2
Dit proces-verbaal is opgemaakt door de hierna als 2e verbalisant vermelde opsporingsambtenaar conform het hierbij als bijlage gevoegde brondocument. Het brondocument is opgemaakt en gesloten door de hierna als 1e verbalisant vermelde opsporingsambtenaar.
Sluiting
Dit procesverbaal is op 1 november 2005 opgemaakt te Voorburg ieder voor wat betreft zijn bevindingen
op ambtsbelofte
[verbalisant 1]
hoofdagent
op ambtseed
[onleesbare handtekening]
[verbalisant 3]
inspecteur"
(b) een als bijlage aan het hierboven genoemde proces-verbaal gehechte met de hand ingevulde "kennisgeving van bekeuring", inhoudende:
06060514200[002] "
dagmaand jaar tijdstip verbalisantnummer
Plaats/gedraging/overtreding: (de voor het openbaar verkeer openstaande weg)
Spui te Den Haag
Ik ambtenaar, constateerde dat op genoemde datum tijdstip en plaats (...) de volgende gedraging/overtreding werd verricht: bier drinken in aangewezen gebied.
(...)
De betrokkene/verdachte gaf, daarnaar gevraagd, op:
Naam: [achternaam verdachte]
Voornaam: [voornamen verdachte]
Geboorteplaats: [geboorteplaats]
Geboortedatum: [geboortedatum] '57
Adres: [a-straat 1]
Postcode: [postcode]
Woonplaats: [woonplaats]
(...)
Surveillancerapport / opmerkingen verbalisant
Datum: 6-6-5 AMBTSEED/BELOFTE [ambtseed doorgehaald]
Ambtenaar: [002]
Handtekening: [onleesbare handtekening of paraaf]
De verdachte is medegedeeld dat hij niet tot antwoorden verplicht is.
Verklaring verdachte/betrokkene
"Ik had trek in een biertje"
Betr. was bier aan het drinken in een door B en W aangewezen gebied."
(c) een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 3], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisanten dan wel een van hen:
"PVB-NR.: 06.07.2005.1614.[001] (...) Ik, (...) [verbalisant 2] (...) hoofdagent (...)
zag/constateerde, dat een persoon de hierna omschreven overtreding pleegde/heeft gepleegd: op of aan de weg, op een voor het publiek toegankelijke plaats middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet toedienen dan wel voorbereidingen daartoe verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen openlijk voorhanden hebben.
(...)
Datum: 6 juli 2005
Omstreeks: 16.14 uur
Plaats: 's-Gravenhage
Gemeente: 's-Gravenhage
Locatie: Spuiplein
Een voor het openbaar verkeer openstaande weg binnen een als zodanig aangeduide bebouwde kom
Soort weg: een weg
(...)
Ik, verbalisant, zag dat genoemde persoon een grote zak wiet bij zich. Ik zag dat genoemd persoon dit toonde aan 3 junkachtige types. Ik zag dat 1 van de junkachtige mannen aan de wiet rook.
Hierop sprak ik de man aan en deelde hem mede dat hij was staandegehouden.
Aan het bureau bleek het om 28 gram te gaan. Dit is toegestaan om bij je te hebben.
Wel heeft meneer een bekeuring gekregen voor het voorhanden hebben van drugs in een gebied door B&W aangewezen gebied aangewezen waar dit niet mag.
Uitzonderingsbepalingen waren niet van toepassing.
Verdachte werd staande gehouden en verstrekte mij, daarnaar gevraagd, de volgende persoonsgegevens:
Verdachte Naam: [achternaam verdachte]
Voorletters: [voorletters verdachte]
Voornamen: [voornamen verdachte]
Geb.plaats: [geboorteplaats]
Geb.datum: [geboortedatum]-1957
Straatnaam: [a-straat 1]
PC/woonpl.: [woonplaats]
(...)
Opmerkingen opsp.ambt. 2
Dit proces-verbaal is opgemaakt door de hierna als 2e verbalisant vermelde opsporingsambtenaar conform het hierbij als bijlage gevoegde brondocument. Het brondocument is opgemaakt en gesloten door de hierna als 1e verbalisant vermelde opsporingsambtenaar.
Sluiting
Dit procesverbaal is op 12 oktober 2005 opgemaakt te Voorburg ieder voor wat betreft zijn bevindingen op ambtseed
[verbalisant 2]
hoofdagent
op ambtseed
[onleesbare handtekening]
[verbalisant 3]
inspecteur"
(d) een als bijlage aan het hierboven genoemde proces-verbaal gehechte met de hand ingevulde "kennisgeving van bekeuring", inhoudende:
06070516140[001] "
dag maand jaar tijdstip verbalisantnummer
Plaats/gedraging/overtreding: (de voor het openbaar verkeer openstaande weg)
Spuiplein te Den Haag
Ik, ambtenaar, constateerde dat op genoemde datum tijdstip en plaats (...) de volgende gedraging/overtreding werd verricht: drugs voorhanden hebben of bereiden op of aan de openbare weg.
(...)
De betrokkene/verdachte gaf, daarnaar gevraagd, op:
Naam: [achternaam verdachte]
Voornaam: [voornamen verdachte]
Geboorteplaats: [geboorteplaats]
Geboortedatum: [geboortedatum]-1957
Adres: [a-straat 1]
Postcode: [postcode]
Woonplaats: [woonplaats]
(...)
Surveillancerapport / opmerkingen verbalisant
Datum: 6-7-05 AMBTSEED/BELOFTE [belofte doorgehaald]
Ambtenaar: [001]
Handtekening: [...] [verder onleesbaar]
De verdachte is medegedeeld dat hij niet tot antwoorden verplicht is.
Verklaring verdachte/betrokkene: verdachte wenste niet te verklaren.
"Ik verbalisant zag dat genoemde persoon een grote zak wiet bij zich. Ik zag dat genoemd persoon dit toonde aan 3 junkachtige types. Ik zag dat 1 van de junkachtige mannen aan de wiet rook. Hierop sprak ik de man aan en deelde hem mede dat hij was aangehouden. Aan het bureau bleek het om 28 gram te gaan. Dit is toegestaan om bij je te hebben. Wel heeft meneer een bekeuring gekregen voor het voorhanden hebben van drugs in een gebied door B&W aangewezen waar dit niet mag.
[handtekening] ([001])"
2.5. In de hiervoor onder 2.3 weergegeven overwegingen ligt als het oordeel van het Hof besloten dat de in 2.4 onder (b) en (d) weergegeven kennisgevingen van bekeuring niet voldoen aan de vereisten van art. 153 Sv, omdat - kort gezegd - in de kennisgeving slechts het nummer van de verbalisant is vermeld en niet de naam van de verbalisant.
2.6. Art. 153 Sv houdt onder meer in dat een proces-verbaal door een opsporingsambtenaar persoonlijk en op ambtseed dient te worden opgemaakt, gedagtekend en ondertekend.
2.7. De hiervoor onder 2.4 vermelde stukken houden het volgende in. De kennisgevingen van bekeuring zijn op ambtsbelofte respectievelijk ambtseed opgemaakt en ondertekend door een met het verbalisantnummer [002] onderscheidenlijk verbalisantnummer [001] aangeduide ambtenaar. In de later door de opsporingsambtenaar [verbalisant 3] opgemaakte en ondertekende processen-verbaal is gerelateerd dat de kennisgevingen zijn opgemaakt en ondertekend door de opsporingsambtenaar [verbalisant 1] (verbalisantnummer [002]) respectievelijk [verbalisant 2] (verbalisantnummer [001]).
2.8. Gelet daarop is het oordeel van het Hof dat er "niet voldoende wettig bewijs" is, zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk.
2.9. Het middel is derhalve terecht voorgesteld.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, en uitgesproken op 9 juni 2009.