2.2.1. De raadsman van verdachte heeft in hoger beroep het volgende verweer gevoerd:
"10. De politierechter heeft geen rekening gehouden met een aantal bijzonderheden waarmee, mijn inziens, wel rekening dient te worden gehouden.
Het door de politierechter gehanteerde aantal oogsten klopt niet.
Ten aanzien van de [a-straat 2]:
Vgl. verklaring cliënt t.o.v. politie d.d. 6 december 2001, 13.20 uur, over de oogsten m.b.t. [a-straat 2]: "Pas na een maand of twee, juli 2001 waren de eerste planten oogstrijp (...) Ik heb gezien hoe ze geoogst hebben (...)" en "Tot nu toe is er 2 keer geoogst in het perceel [a-straat 2]. De tweede oogst was rond eind september 2001. Deze was volgens [betrokkene 1] niet goed omdat de temperatuur veel te hoog was. [Betrokkene 1] heeft eigenlijk pas sinds anderhalve maand de sleutel van perceel [002]."
De verklaring van cliënt is logisch en consistent: vanaf eind mei 2001 wordt de hennepkwekerij gestart. Volgens de KLPD is met de teelt een periode van ongeveer 9 weken gemoeid. Het tijdstip van de 2e oogst, in eind september 2001, waarover cliënt heeft verklaard, strookt dan ook met die kweektijd. Een derde keer is er niet geoogst in de [a-straat 2]: immers, na de oogst van eind september 2001 is er ten minste 9 weken nodig voor een derde oogst: dan kom je uit op eind november / begin december 2001. De grootte / lengte van de bij [a-straat 2] in beslaggenomen planten wijst uit dat die planten al geruime tijd hebben gegroeid en dat dit de 3e teelt betreft (zie dossier § 2.1.6: 60 tot 80 cm hoog). Deze planten zijn in beslag genomen en terzake daarvan is geen wederrechtelijk voordeel verkregen.
Conclusie: [a-straat 2] heeft 2 oogsten opgeleverd en niet 3 (zoals door de politierechter aangenomen).
Ten aanzien van [a-straat 1]:
Op 18 juni 2001 ontvangt cliënt de sleutel en pas daarna wordt de ruimte aan de [a-straat 1] ter beschikking gesteld aan [betrokkene 1]. Aangenomen kan worden dat ongeveer in de 4e week van juni 2001 [betrokkene 1] aan de slag gaat.
Voor het opbouwen van de hennepkwekerij is al gauw 2 tot 3 weken nodig (vgl. verklaring cliënt t.o.v. politie d.d. 6 december 2001, 13.20 uur, § 2.1.14). Derhalve is aannemelijk dat de hennepteelt aan de [a-straat 1] begint in de 3e week van juli 2001. Pas 9 weken later is de eerste oogst te verwachten: ongeveer in de 3e week van september 2001 vindt dan de 1e oogst plaats (cliënt heeft daarover ook verklaard).
Daarna is er enige tijd nodig voor de opbouw van de 2e hennepteelt: potgrond moet vervangen worden, de moeder planten moeten aangeleverd worden, enkele aanpassingen moeten worden gemaakt, ook indien de teelt wordt uitgebreid. Aannemelijk is dat na 1 week, ongeveer in de 4e week van september 2001 op zijn vroegst gestart kan worden met de 2e hennepteelt.
Na verloop van 9 weken zou dan voor de 2e maal geoogst kunnen worden, hetgeen neerkomt op ongeveer de 4e week van november 2001 / begin december 2001.
Echter, op 5 december 2001 wordt de hennepkwekerij aan de [a-straat 1] in beslag genomen. De staat / omvang / grootte van de zich aldaar bevindende planten is dusdanig dat aangenomen moet worden dat dit de planten m.b.t. de 2e hennepteelt betreft! Zie dossier § 2.1.7: de platen waren al 60 cm hoog met elke plant 1 of meerdere knoppen.
Het is dan ook niet aannemelijk dat dit een 3e teelt betreft: immers, na de 4e week van november 2001 resteert nog maar anderhalve week voor het opbouwen en telen van een 3e plantage. Binnen dat korte tijdsbestek is het - ook theoretisch - niet mogelijk dat een 3e hennepteelt al in zo'n ver gevorderd stadium verkeert.
Conclusie: [a-straat 1] heeft 1 oogst opgeleverd en niet 2 (zoals door de politierechter aangenomen)."