ECLI:NL:HR:2009:BH2599
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Cassatie over partneralimentatie na echtscheiding tussen voormalige echtelieden
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over partneralimentatie. De man heeft op 20 april 2006 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Rotterdam, waarin hij verzocht om echtscheiding, de bepaling dat hij huurder zal zijn van de echtelijke woning, en de verdeling van de huwelijksgemeenschap. De vrouw heeft het verzoek tot verdeling bestreden en heeft zelfstandig verzocht om een bijdrage in haar levensonderhoud van € 700,-- per maand. De man heeft dit verzoek bestreden.
De rechtbank heeft op 15 februari 2007 en 1 mei 2007 de echtscheiding uitgesproken, bepaald dat de man huurder van de echtelijke woning zal zijn, en de vrouw een uitkering tot levensonderhoud van € 300,-- per maand toegekend. De vrouw heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 30 januari 2008 de beschikkingen van de rechtbank heeft bekrachtigd. Hierop heeft de vrouw cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt daarmee de eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof.