ECLI:NL:HR:2009:BH2429
Hoge Raad
- Herziening
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Arnhem
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 februari 2009 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een eerder vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Arnhem. De aanvrager, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Kiliç-Sahin, had verzocht om herziening van een vonnis waarbij hij was veroordeeld tot een werkstraf van tachtig uren, subsidiair veertig dagen hechtenis, wegens het medeplegen van het in bezit hebben van een valse waardekaart. De Hoge Raad oordeelde dat de aanvrager niet volstond met het aanvoeren van een novum, maar dat hij tot op zekere hoogte aannemelijk moest maken dat de eerder oordelende rechter tot een andere beslissing zou zijn gekomen indien hij op de hoogte was geweest van de nieuwe informatie. De Hoge Raad benadrukte dat de aanvrager bewijsstukken moest overleggen die de beweringen konden staven, en dat de enkele verklaring van een getuige niet voldeed aan de eisen van artikel 459 van het Wetboek van Strafvordering. De aanvrage tot herziening werd uiteindelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat de aanvrager niet had voldaan aan de vereisten voor herziening zoals gesteld in de wet.