ECLI:NL:HR:2009:BH1987

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/01831
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van partneralimentatie na scheiding

In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over de beëindiging van de partneralimentatie. De man heeft op 12 januari 2007 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Almelo, waarin hij verzocht om de door hem aan de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud vast te stellen op nihil, of in ieder geval op een lager bedrag dan € 1.000,-- per maand. De vrouw heeft het verzoek niet bestreden. De rechtbank heeft op 28 februari 2007 de eerdere beschikking van 15 januari 2003 gewijzigd en de partneralimentatie vastgesteld op nihil.

De vrouw heeft echter hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem. Na een mondelinge behandeling heeft het hof op 29 januari 2008 de beschikking van de rechtbank vernietigd en bepaald dat de bijdrage in de kosten van het levensonderhoud van de vrouw met ingang van 1 maart 2007 tot 1 mei 2008 op nihil wordt vastgesteld. Het hof heeft het meer of anders verzochte afgewezen. Tegen deze beschikking heeft de man cassatie ingesteld, waarbij het cassatierekest aan de beschikking van het hof is gehecht.

De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal J. Wuisman heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en deze beschikking is gegeven door de raadsheren A. Hammerstein, O. de Savornin Lohman, F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann op 10 april 2009.

Uitspraak

10 april 2009
Eerste Kamer
08/01831
DV/IS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 12 januari 2007 ter griffie van de rechtbank Almelo ingediend verzoekschrift heeft de man zich gewend tot die rechtbank en verzocht, kort gezegd, onder wijziging van de beschikking van 15 januari 2003 de door hem aan de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud vast te stellen op nihil, c.q. vast te stellen op een lager bedrag dan € 1.000,-- per maand.
De vrouw heeft het verzoek niet bestreden.
De rechtbank heeft bij beschikking van 28 februari 2007 de beschikking van 15 januari 2003 gewijzigd in die zin dat de daarin vastgestelde partneralimentatie nader wordt vastgesteld op nihil.
Tegen deze beschikking heeft de vrouw hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem. Na mondelinge behandeling heeft het hof bij beschikking van 29 januari 2008 de beschikking van de rechtbank vernietigd en, opnieuw beschikkende, bepaald dat de bijdrage in de kosten van het levensonderhoud van de vrouw met ingang van 1 maart 2007 tot 1 mei 2008 op nihil wordt vastgesteld. Het meer of anders verzochte heeft het hof afgewezen.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 10 april 2009.