ECLI:NL:HR:2009:BH1545
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over bewijswaardering en beperkte bewijskracht van partijgetuige in huurrechtelijke geschillen
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, zijn Ekamij B.V. en Ruimbaan B.V. als eisers in cassatie betrokken tegen OEGSTGEESTER GRONDBEZIT B.V. als verweerster in cassatie. De zaak betreft een geschil over een huurcontract en de daaruit voortvloeiende betalingsverplichtingen. Ekamij heeft OGB gedagvaard voor de rechtbank 's-Gravenhage, waarbij zij een bedrag van € 567.225,-- vorderde wegens het prijsgeven van haar huurrechten. OGB heeft de vordering bestreden en in reconventie gevorderd dat het beslag dat door Ekamij was gelegd op onroerende zaken onrechtmatig was en dat Ekamij aansprakelijk was voor de schade die OGB hierdoor had geleden.
De rechtbank heeft in haar vonnis van 20 november 2002 de vordering van Ekamij afgewezen en OGB in reconventie in het gelijk gesteld, waarbij Ekamij werd veroordeeld tot schadevergoeding. Ekamij heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het hof heeft in zijn eindarrest van 5 september 2007 het vonnis van de rechtbank voor een deel vernietigd en de gewijzigde vordering van OGB afgewezen, maar het vonnis voor het overige bekrachtigd.
Tegen dit eindarrest hebben Ekamij en Ruimbaan cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade gevolgd, die tot verwerping van het beroep strekte. De Hoge Raad heeft Ekamij en Ruimbaan in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van OGB op nihil zijn begroot. Dit arrest is gewezen op 10 april 2009 en is openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann.