ECLI:NL:HR:2009:BH1541

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/00407
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over overeenkomst van opdracht en betaling openstaande facturen

In deze zaak gaat het om een geschil tussen [eiser] en ARKEL INTERIEUR VORMEN B.V. betreffende een overeenkomst van opdracht en de betaling van openstaande facturen. ARKEL heeft op 16 juli 2004 [eiser] gedagvaard voor de rechtbank Dordrecht, waarbij zij vorderde dat [eiser] een bedrag van € 9.691,36 zou betalen, vermeerderd met rente en kosten. [Eiser] heeft de vordering bestreden en in reconventie gevorderd dat ARKEL hem een bedrag van € 13.500,-- zou betalen, eveneens met rente en kosten. De rechtbank heeft na een comparitie van partijen bij tussenvonnis van 10 november 2004 beide partijen tot bewijslevering toegelaten. Bij eindvonnis van 22 juni 2005 heeft de rechtbank [eiser] veroordeeld om tegen bewijs van kwijting aan ARKEL te betalen een bedrag van € 7.140,--, terwijl de vorderingen in reconventie zijn afgewezen.

Tegen deze vonnissen heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het hof heeft op 9 oktober 2007 de vonnissen van de rechtbank bekrachtigd. Hierop heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld, waarbij de conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekte tot verwerping van het beroep op grond van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiser] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van ARKEL op nihil zijn begroot. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

27 maart 2009
Eerste Kamer
08/00407
EV/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. R.A. van der Hansz,
t e g e n
ARKEL INTERIEUR VORMEN B.V.,
gevestigd te Arkel, gemeente Giessenlanden,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Arkel.
1. Het geding in feitelijke instanties
Arkel heeft bij exploot van 16 juli 2004 [eiser] gedagvaard voor de rechtbank Dordrecht en gevorderd, kort gezegd, [eiser] te veroordelen om aan Arkel te betalen een bedrag van € 9.691,36, met rente en kosten.
[Eiser] heeft de vordering bestreden en, in reconventie, gevorderd, kort gezegd, Arkel te veroordelen om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 13.500,--, met rente en kosten.
Na een comparitie van partijen te hebben gelast heeft de rechtbank bij tussenvonnis van 10 november 2004 zowel Arkel als [eiser] tot bewijslevering toegelaten.
De rechtbank heeft, na verhoor van getuigen, bij eindvonnis van 22 juni 2005 in conventie [eiser] veroordeeld om tegen bewijs van kwijting aan Arkel te betalen een bedrag van € 7.140,-- en in reconventie de vorderingen afgewezen.
Tegen de vonnissen van 10 november 2004 en 22 juni 2005 heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Bij arrest van 9 oktober 2007 heeft het hof de vonnissen van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Arkel is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Arkel begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 27 maart 2009.