ECLI:NL:HR:2009:BH0955

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 januari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/02360 H
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • F.H. Koster
  • J.P. Balkema
  • J.W. Ilsink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een arrest inzake motorrijtuigenverzekering en taakstraf

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 januari 2009 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een eerder arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De aanvrager, geboren in 1986 en wonende te [woonplaats], was eerder veroordeeld voor het rijden zonder verzekering op 8 augustus 2006. De Hoge Raad ontving een verklaring van [A] die stelde dat het motorrijtuig op de pleegdatum verzekerd was. De aanvrage tot herziening was gebaseerd op artikel 457, eerste lid aanhef en onder 2°, van het Wetboek van Strafvordering, waarin wordt gesteld dat er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die de veroordeling kunnen beïnvloeden.

De Advocaat-Generaal Vellinga concludeerde dat de aanvrage gegrond was en adviseerde de Hoge Raad om de tenuitvoerlegging van de eerdere uitspraak op te schorten en de zaak te verwijzen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor herbehandeling. De Hoge Raad oordeelde dat er ernstige twijfels bestonden over de eerdere veroordeling, gezien de nieuwe informatie over de verzekering van het motorrijtuig. De Hoge Raad besloot dat, ware het Hof bekend geweest met deze informatie, het de aanvrager mogelijk had vrijgesproken.

De Hoge Raad heeft de aanvrage tot herziening gegrond verklaard en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Dit arrest benadrukt het belang van nieuwe feiten in het herzieningsproces en de mogelijkheid om eerdere veroordelingen te heroverwegen op basis van nieuwe informatie.

Uitspraak

27 januari 2009
Strafkamer
nr. 08/02360 H
SM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvrage tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 30 januari 2008, nummer 21/001761-07, ingediend door mr. M. van Delft en mr. B.P. de Boer, beiden advocaat te Amsterdam, namens:
[Aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986, wonende te [woonplaats].
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Kantonrechter in de Rechtbank te Utrecht van 18 april 2007 - de aanvrager ter zake van "als bestuurder van een motorrijtuig daarmede op een weg rijden zonder dat er voor dat motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen is gesloten en in stand gehouden" gepleegd op 8 augustus 2006 met het motorrijtuig voorzien van het kenteken [AA-00-BB] veroordeeld tot een taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van dertig uren, subsidiair vijftien dagen hechtenis, alsmede tot een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van zes maanden.
2. De aanvrage tot herziening
2.1. De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2.2. De aanvrage berust op de stelling dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder 2°, Sv. De aanvrager voert daartoe aan dat zijn motorrijtuig op de pleegdatum verzekerd was.
3. De conclusie van de Advocaat-Generaal
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvrage gegrond zal verklaren, voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van de in de aanvrage vermelde uitspraak zal bevelen en de zaak zal verwijzen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, opdat de zaak zal worden behandeld en afgedaan op de wijze als in art. 467, eerste lid, Sv is voorzien.
4. Beoordeling van de aanvrage
4.1. Bij de aanvrage is overgelegd een verklaring van 10 april 2008 van [A], welke verklaring inhoudt:
"Ter voldoening aan het gestelde in artikel 34, lid 2, van de Wet Aansprakelijkheidsverzekeringen Motorrijtuigen (WAM) verklaart
[A]
Postbus [001]
[plaats]
Code [002]
hierbij dat op 08-08-2006 voor het motorrijtuig voorzien van het kenteken [AA-00-BB] een verzekering van kracht was die aan de op die datum, of door krachtens de WAM, gestelde eisen voldeed, afgesloten onder polisnummer [003] en dat het CRWAM, voorzover noodzakelijk, is aangevuld danwel gecorrigeerd."
4.2. Aan de inhoud van dit stuk, totstandgekomen en afgegeven nadat het Hof uitspraak had gedaan, valt het ernstige vermoeden te ontlenen, dat het Hof, ware het daarmee bekend geweest, de aanvrager van het hem tenlastegelegde zou hebben vrijgesproken.
5. Slotsom
Uit het vorenoverwogene volgt dat zich een omstandigheid voordoet als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder 2°, Sv, zodat de aanvrage gegrond is en als volgt moet worden beslist.
6. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart de aanvrage tot herziening gegrond;
beveelt voor zover nodig de opschorting of schorsing
van de tenuitvoerlegging van voormeld arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 januari 2008;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, opdat de zaak op de voet van art. 467, eerste lid, Sv opnieuw zal worden behandeld en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 27 januari 2009.