ECLI:NL:HR:2009:BH0165

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01910/07
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewijs opzettelijk voordeel trekken uit door misdrijf verkregen geld

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 26 januari 2007 is gewezen. De verdachte, geboren in 1963 en wonende te [woonplaats], is beschuldigd van het opzettelijk voordeel trekken uit door misdrijf verkregen geld. De Hoge Raad heeft op 10 maart 2009 uitspraak gedaan in deze zaak, onder zaaknummer 01910/07. De advocaat van de verdachte, mr. P. Garretsen, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht.

De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad het bestreden arrest zal vernietigen en de zaak zal verwijzen naar het Gerechtshof te Leeuwarden, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht. De Hoge Raad heeft de klacht van de verdachte, dat de bewezenverklaring niet uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid, gegrond verklaard. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te Leeuwarden voor herbehandeling.

De beslissing van de Hoge Raad is genomen door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en J. de Hullu. De uitspraak is openbaar gemaakt op 10 maart 2009. De zaak betreft belangrijke juridische vragen over de bewijsvoering in strafzaken, met name over de vraag of er voldoende bewijs is voor de conclusie dat de verdachte opzettelijk voordeel heeft getrokken uit door misdrijf verkregen geld.

Uitspraak

10 maart 2009
Strafkamer
nr. S 01910/07
Gra/SM
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 26 januari 2007, nummer 21/002414-06, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1963, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. P. Garretsen, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad het bestreden arrest zal vernietigen en de zaak zal verwijzen naar een aangrenzend gerechtshof, opdat de zaak op het bestaande beroep opnieuw zal worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het eerste middel
2.1. Het middel behelst de klacht dat de bewezenverklaring, met name voor zover inhoudende dat de verdachte opzettelijk uit de opbrengst van door valsheid in geschrift verkregen geldbedragen voordeel heeft getrokken, niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid.
2.2. Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 4 tot en met 18 is het middel terecht voorgesteld.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, de overige middelen geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Leeuwarden, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en J. de Hullu, in bijzijn van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber, en uitgesproken op 10 maart 2009.