ECLI:NL:HR:2009:BH0047
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de betekenis van 'vergezellen' en 'zenden' in de context van de EG verordening nr. 1774/2002
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, Economische Kamer, van 3 april 2007. De verdachte, geboren in 1948, heeft het beroep ingesteld via zijn raadsman, mr. M.J.J.E. Stassen, advocaat te Tilburg. De zaak betreft de interpretatie van de begrippen 'vergezellen' en 'zenden' zoals opgenomen in artikel 8 lid 3 van de EG verordening nr. 1774/2002. De Hoge Raad heeft de zaak op 7 april 2009 behandeld en geconcludeerd dat de middelen van cassatie niet tot cassatie kunnen leiden. De Advocaat-Generaal, Knigge, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen geen nadere motivering behoeven, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest is gewezen door vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.