ECLI:NL:HR:2009:BG9871
Hoge Raad
- Cassatie
- A-G Wattel
- Rechtspraak.nl
Gevolgen van het Bosal-arrest voor de aftrekbaarheid van financieringsrente en valutavoordelen
In deze zaak gaat het om de gevolgen van het Bosal-arrest voor de aftrekbaarheid van financieringsrente en de behandeling van valutavoordelen in de belastingheffing. De belanghebbende had in 1999 en 2000 een belang van 20% in een Engelse vennootschap en maakte rentekosten voor de financiering van deze deelneming. Daarnaast realiseerde zij valutawinst op de geldlening die zij had afgesloten voor de financiering. De Inspecteur stond de aftrek van de rentekosten toe, maar alleen na saldering met de gerealiseerde valutavoordelen.
De belanghebbende betoogde dat het Bosal-arrest impliceert dat de financieringsrente volledig aftrekbaar is en dat de nationale wetgeving met betrekking tot valutavoordelen vrijstelling biedt, waardoor saldering in strijd zou zijn met het fiscale legaliteitsbeginsel, zoals vastgelegd in artikel 104 van de Grondwet. Het Hof gaf de belanghebbende gelijk, verwijzend naar de wettekst en eerdere rechtspraak van de Hoge Raad.
De Staatssecretaris ging in cassatie en stelde dat zowel de aftrekuitsluiting als de vrijstelling voor valutawinsten buiten beschouwing moeten blijven, omdat het Europese recht slechts een gelijke behandeling van grensoverschrijdende situaties vereist. De Hoge Raad diende te beoordelen of het transmissiemechanisme van de artikelen 93 en 94 van de Grondwet in deze casus van toepassing is en of dit in overeenstemming is met de effectiviteitseisen van het Europese recht.
De Advocaat-Generaal, A-G Wattel, concludeerde dat beide interpretaties van de nationale wet in overeenstemming zijn met het Europese recht, omdat in beide gevallen de belastingdruk voor grensoverschrijdende situaties niet ongunstiger is dan voor interne situaties. Hij stelde dat het legaliteitsbeginsel niet geschonden wordt door de koppeling van renteaftrek en valutavoordeelvrijstelling. Uiteindelijk concludeerde de Hoge Raad dat de beroepen gegrond zijn en dat de zaken door de Hoge Raad kunnen worden afgedaan, zonder publicatie van de uitspraak.