ECLI:NL:HR:2009:BG9619
Hoge Raad
- Herziening
- G.J.M. Corstens
- W.A.M. van Schendel
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Herziening van een arrest inzake aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 januari 2009 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een eerder arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De aanvrager, vertegenwoordigd door mr. D. Matadien, had verzocht om herziening van een veroordeling tot een geldboete van € 385,- voor het niet hebben van een verzekering voor een motorrijtuig op 1 juni 2005. De aanvrager stelde dat er op die datum wel degelijk een verzekering van kracht was, zoals bevestigd door een verklaring van de verzekeringsmaatschappij. Deze verklaring was echter later door de verzekeringsmaatschappij, thans Fortis ASR, ontkracht, waarbij werd aangegeven dat er op de genoemde datum geen dekking was vanwege een betalingsachterstand van de aanvrager.
De Hoge Raad heeft de aanvrage tot herziening beoordeeld aan de hand van artikel 457 van het Wetboek van Strafvordering, dat stelt dat herziening alleen mogelijk is op basis van nieuwe feiten die niet eerder bekend waren en die een ernstig vermoeden wekken dat de uitkomst van de zaak anders zou zijn geweest. De Hoge Raad concludeerde dat de door de aanvrager overgelegde verklaring niet voldeed aan deze eisen, aangezien de later verstrekte informatie van de verzekeringsmaatschappij het vermoeden ontkrachtte.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad de aanvrage tot herziening afgewezen, waarmee de eerdere veroordeling in stand bleef. De uitspraak benadrukt het belang van de juistheid van de informatie die wordt verstrekt door verzekeringsmaatschappijen en de strikte eisen die gelden voor het indienen van een herzieningsverzoek.