ECLI:NL:HR:2009:BG9084
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Cassatie over douanerechten en herziening aangifte
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure betreffende douanerechten en de herziening van een aangifte. De belanghebbende, X B.V., ontving op 10 september 2004 een uitnodiging tot betaling van douanerechten en omzetbelasting. Na bezwaar tegen deze uitnodiging, handhaafde de Inspecteur zijn besluit. De Rechtbank te Haarlem verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond en vernietigde de uitspraak van de Inspecteur. De Inspecteur ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat de uitspraak van de Rechtbank vernietigde en de uitspraak van de Inspecteur bevestigde. Hierop stelde de belanghebbende beroep in cassatie in, waarbij de Staatssecretaris van Financiën een verweerschrift indiende en de belanghebbende een conclusie van repliek indiende.
De Hoge Raad oordeelde dat het beroep in cassatie gegrond was. De uitspraak van het Hof werd vernietigd en de uitspraak van de Rechtbank werd bevestigd. De Hoge Raad oordeelde dat de Staat aan de belanghebbende het griffierecht van € 422 moest vergoeden. De zaak betrof een aangifte tot plaatsing onder extern communautair douanevervoer van 770 kartons gekoeld rundvlees. Bij aankomst in Duitsland bleek dat er één karton minder aanwezig was dan op de aangifte vermeld. Het Hof had geoordeeld dat de belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat het ontbrekende karton ten onrechte in de aangifte was opgenomen. De Hoge Raad oordeelde echter dat het vermoeden gerechtvaardigd was dat de goederen aan het douanetoezicht waren onttrokken, en dat het Hof niet had vastgesteld dat de goederen uit de verzegelde laadruimte waren onttrokken. Hierdoor kon de uitspraak van het Hof niet in stand blijven.
De Hoge Raad concludeerde dat de klachten van de belanghebbende terecht waren en dat de zaak door de Hoge Raad kon worden afgedaan zonder verdere behandeling van de overige klachten. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten.