ECLI:NL:HR:2009:BG9042
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- J.A.C.A. Overgaauw
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Gelijke behandeling bij accijnsverhoging kerftabak en sigaretten
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 november 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de accijns die aan X B.V. was opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 1993 tot en met 31 maart 1993. De naheffingsaanslag was na bezwaar door de Inspecteur verminderd, maar het Hof had deze uitspraak vernietigd. De Staatssecretaris stelde beroep in cassatie in, waarbij de vraag centraal stond of het gelijkheidsbeginsel was geschonden bij de overgangsregeling voor de verhoging van het accijnstarief voor kerftabak per 1 januari 1993.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat het gelijkheidsbeginsel was geschonden. De Raad concludeerde dat er een objectieve en redelijke rechtvaardigingsgrond bestond voor het gemaakte onderscheid tussen binnenlands geproduceerde tabaksproducten en gelijksoortige in het buitenland geproduceerde tabaksproducten. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en verklaarde het beroep van de Staatssecretaris ongegrond. Dit arrest bevestigt dat de wetgever in redelijkheid onderscheid mag maken tussen verschillende soorten tabaksproducten, mits er een voldoende rechtvaardiging voor dat onderscheid is.
De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de interpretatie van het gelijkheidsbeginsel in het belastingrecht, vooral in situaties waarin overgangsregelingen worden toegepast. De zaak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige afweging van belangen bij het vaststellen van belastingtarieven en de toepassing van overgangsregelingen.