ECLI:NL:HR:2009:BG9014
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- J.A.C.A. Overgaauw
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Schending van het gelijkheidsbeginsel en goede procesorde bij naheffingsaanslag accijns
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van K B.V. (voorheen X B.V.) tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de accijns over de periode van 1 januari 1992 tot en met 31 december 1993. De naheffingsaanslag werd opgelegd door de Inspecteur, maar na bezwaar werd deze handhaafd. K B.V. ging in beroep bij het Gerechtshof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde. De Hoge Raad had eerder een arrest gewezen dat de uitspraak van het Gerechtshof vernietigde en de zaak terugverwees voor verdere behandeling.
Het Gerechtshof heeft vervolgens de naheffingsaanslag verminderd, maar de enkelvoudige belasting gehandhaafd. K B.V. heeft hiertegen cassatie ingesteld. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in, en K B.V. werd vertegenwoordigd door mr. J.J.M. Hertoghs. De Advocaat-Generaal C.W.M. van Ballegooijen concludeerde tot gegrondverklaring van het beroep en vernietiging van de uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad beoordeelt verschillende middelen die door K B.V. zijn ingediend. Middel I betreft de klacht dat het Hof in strijd met de goede procesorde een verklaring van G.D. van Norden als bewijsmiddel heeft toegelaten, terwijl deze nieuwe feiten bevatte. De Hoge Raad oordeelt dat K B.V. voldoende gelegenheid heeft gehad om te reageren op deze verklaring.
Middel II stelt dat het Hof geen waarde had mogen hechten aan de verklaring van Van Norden, die eerder als medewerker van het Ministerie van Financiën betrokken was bij de regeling. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof vrij was in zijn waardering van de verklaring.
Middel III betreft de ongelijkheid in de behandeling van binnenlandse producenten en importeurs in de overgangsregeling voor accijnstarieven. De Hoge Raad bevestigt dat het Hof een rechtvaardigingsgrond heeft gevonden voor deze ongelijkheid. Uiteindelijk verklaart de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond.