ECLI:NL:HR:2009:BG8773

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 januari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/13582
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A. Hammerstein
  • O. de Savornin Lohman
  • W.D.H. Asser
  • E.J. Numann
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hulpmiddelenzorg en de rol van de College voor Zorgverzekeringen in kort geding procedures

In deze zaak heeft NESS NEDERLAND B.V. (hierna: Ness) de College voor Zorgverzekeringen (hierna: CvZ) gedagvaard in kort geding. Ness vorderde primair de definitieve intrekking van een rapport van CvZ, dat op 7 december 2006 was uitgebracht, en dat volgens Ness onterecht nadelige gevolgen had voor haar. Subsidiair vorderde Ness een voorlopige intrekking van het rapport totdat er een formeel beoordelingskader voor hulpmiddelenzorg was vastgesteld. De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft op 11 januari 2007 de gevraagde voorziening geweigerd, waarop Ness hoger beroep heeft ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. Het hof heeft op 11 oktober 2007 het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd. Ness heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest.

De Hoge Raad heeft op 30 januari 2009 het beroep in cassatie verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van Ness niet tot cassatie konden leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft Ness bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, O. de Savornin Lohman, W.D.H. Asser en openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

30 januari 2009
Eerste Kamer
07/13582
EV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
NESS NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Ridderkerk,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. K.G.W. van Oven,
t e g e n
de publiekrechtelijke persoon COLLEGE VOOR ZORGVERZEKERINGEN,
gevestigd te Diemen,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Ness en CvZ.
1. Het geding in feitelijke instanties
Ness heeft bij exploot van 11 december 2006 CvZ gedagvaard voor de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam en gevorderd, kort gezegd;
primair
CvZ te veroordelen tot definitieve intrekking van het Rapport van 7 december 2006 en de daarvan mededeling te doen per brief aan alle geadresseerden van het Rapport, met verzending van een afschrift daarvan aan de raadsman van Ness, en CvZ te verbieden in plaats van het ingetrokken rapport een nieuw rapport vast te stellen ten nadele van Ness;
subsidiair
CvZ te veroordelen tot voorlopige intrekking van het Rapport totdat formeel een beoordelingskader voor hulpmiddelenzorg is vastgesteld en de handmaster daaraan is getoetst met de verwerking van de uitkomsten van die toets in het rapport en daarvan een mededeling te doen per brief aan alle geadresseerden van het rapport, met verzending van een afschrift van de mededeling en de bijbehorende verzendlijst aan de raadsman van Ness, en CvZ te verbieden vooruitlopend op vaststelling van een formeel beoordelingskader het rapport gewijzigd vast te stellen ten nadele van Ness;
meer subsidiair
de voorzieningen te treffen die de voorzieningenrechter in dezen gerade voorkomt;
dit alles met bepaling dat CvZ binnen een termijn van drie dagen na betekening van het vonnis aan de veroordeling zal voldoen onder verbeurte van een dwangsom van € 25.000,-- voor iedere dag dat CvZ in gebreke blijft.
CvZ heeft de vorderingen bestreden.
De voorzieningenrechter heeft, bij vonnis van 11 januari 2007 de gevraagde voorziening geweigerd.
Tegen dit vonnis heeft Ness hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. CvZ heeft voorwaardelijk incidenteel hoger beroep ingesteld.
Bij arrest van 11 oktober 2007 heeft het hof het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Ness beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
CvZ heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor CvZ mede door mr. E.C.M. Hurkens, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van Ness wegens gebrek aan belang, dan wel tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Ness in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van CvZ begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 30 januari 2009.