ECLI:NL:HR:2009:BG7414
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- E.J. Numann
- W.A.M. van Schendel
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Vervroegde onteigening en tussenkomst van opvolgend eigenaar in onteigeningsprocedure
In deze zaak gaat het om een procedure tot vervroegde onteigening van percelen in de gemeente Lansingerland. De Gemeente Lansingerland heeft op 17 augustus 2007 [eiser 1] en [eiser 2], alsook de Staat der Nederlanden, gedagvaard voor de rechtbank te Rotterdam. De dagvaarding was gericht op de vervroegde onteigening van percelen die kadastraal bekend zijn als gemeente Bergschenhoek, sectie [A] nr. [001], nr. [002] en nr. [003]. Op 22 augustus 2007 is deze dagvaarding aan [eiser 1] en [eiser 2] overbetekend, waarbij hen werd medegedeeld dat zij als opvolgend eigenaren gerechtigd waren om tussen te komen in het geding tussen de Gemeente en de Staat.
De rechtbank heeft op 16 april 2008 de verzoeken van [eiser 1] en [eiser 2] tot tussenkomst afgewezen. Tegen dit vonnis hebben beide eisers afzonderlijk cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak zelf afgedaan en de verzoeken van [eiser 1] en [eiser 2] tot tussenkomst in de onteigeningsprocedure toegewezen. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had aangenomen dat [eiser 1] en [eiser 2] als partij in de hoofdzaak waren gedagvaard. De Hoge Raad benadrukte dat de eisers belang hadden bij hun verzoek tot tussenkomst, aangezien zij inmiddels weer eigenaar waren van de betrokken percelen.
De Hoge Raad vernietigde het vonnis van de rechtbank en liet [eiser 1] en [eiser 2] toe als tussenkomende partijen. De kosten van het geding in cassatie werden gereserveerd, omdat de Gemeente het bestreden oordeel van de rechtbank niet had uitgelokt of verdedigd. De kosten werden begroot aan de zijde van [eiser 1] en [eiser 2] en de Gemeente.