ECLI:NL:HR:2009:BG7409
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Onteigening van grond ten behoeve van infrastructuurproject door de Provincie Noord-Holland
In deze zaak gaat het om een onteigening door de Provincie Noord-Holland voor de aanleg van de Zuidtak van de Zuidtangent, inclusief een fietspad. De Provincie heeft op 25 mei 2007 de rechtbank verzocht om de ligging en de gesteldheid van het te onteigenen goed op te nemen. Vervolgens heeft de Provincie op 4 juni 2007 [eiser] c.s. gedagvaard voor de rechtbank te Haarlem. De onteigening betreft twee percelen grond met een totale oppervlakte van 00.38.17 hectare en 00.36.39 hectare, gelegen in de gemeente Haarlemmermeer. De Provincie vorderde een vervroegde uitspraak over de onteigening en stelde een schadeloosstelling voor van € 52.192,--, met een voorschot van € 46.973,--. De rechtbank heeft op 17 oktober 2007 de onteigening vervroegd uitgesproken en het voorschot op de schadeloosstelling vastgesteld.
[Eiser] c.s. hebben beroep in cassatie ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. De Provincie heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is behandeld door de Hoge Raad, waarbij de conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot ook tot verwerping van het beroep strekte. De Hoge Raad heeft op 13 februari 2009 het beroep verworpen en [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Provincie zijn begroot op € 272,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld op basis van de aangevoerde middelen, maar deze konden niet tot cassatie leiden, waardoor er geen verdere motivering nodig was.