ECLI:NL:HR:2009:BG7407
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over incassovordering energieleverancier wegens openstaande facturen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 februari 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiseres] en Essent Retail Energie B.V. De zaak betreft een incassovordering van Essent wegens openstaande facturen. Essent had [eiseres] gedagvaard voor de rechtbank Breda, sector kanton, locatie Tilburg, met de eis om een bedrag van € 1.289,98, vermeerderd met rente en kosten, alsook € 357,-- aan buitengerechtelijke incassokosten te betalen. De kantonrechter heeft op 5 maart 2008 de vordering van Essent toegewezen, waarop [eiseres] in cassatie is gegaan.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest geoordeeld dat de klachten die door [eiseres] in het cassatieberoep zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Essent zijn begroot op nihil.
Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann, en de uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in het kader van incassovorderingen en de beoordeling van cassatieberoepen.