ECLI:NL:HR:2009:BG7407

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/02541
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over incassovordering energieleverancier wegens openstaande facturen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 februari 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiseres] en Essent Retail Energie B.V. De zaak betreft een incassovordering van Essent wegens openstaande facturen. Essent had [eiseres] gedagvaard voor de rechtbank Breda, sector kanton, locatie Tilburg, met de eis om een bedrag van € 1.289,98, vermeerderd met rente en kosten, alsook € 357,-- aan buitengerechtelijke incassokosten te betalen. De kantonrechter heeft op 5 maart 2008 de vordering van Essent toegewezen, waarop [eiseres] in cassatie is gegaan.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest geoordeeld dat de klachten die door [eiseres] in het cassatieberoep zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Essent zijn begroot op nihil.

Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann, en de uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in het kader van incassovorderingen en de beoordeling van cassatieberoepen.

Uitspraak

20 februari 2009
Eerste Kamer
08/02541
EV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. E. Grabandt,
t e g e n
ESSENT RETAIL ENERGIE B.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en Essent.
1. Het geding in feitelijke instantie
Essent heeft bij exploot van 22 oktober 2007 [eiseres] gedagvaard voor de rechtbank Breda, sector kanton, locatie Tilburg en gevorderd, kort gezegd, [eiseres] te veroordelen om aan Essent te betalen een bedrag van € 1.289,98, met rente en kosten en een bedrag van € 357,-- aan buitengerechtelijke incassokosten.
[Eiseres] heeft de vordering bestreden.
De kantonrechter heeft bij vonnis van 5 maart 2008 de vordering van Essent toegewezen.
Het vonnis is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van de kantonrechter heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Essent is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Essent begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 20 februari 2009.