ECLI:NL:HR:2009:BG6449
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over passeren aanbod tot getuigenbewijs in Antillenzaak
In deze zaak, die voor de Hoge Raad der Nederlanden diende, ging het om een geschil tussen The Sissies Interior Decoration N.V. en Coral Estate Resort Development N.V. over een vordering tot betaling van een bedrag van ANG 57.534,70, vermeerderd met rente en kosten. The Sissies had op 28 november 2003 een verzoekschrift ingediend bij het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao. Het gerecht had de vordering afgewezen in een eindvonnis op 13 maart 2006. The Sissies ging in hoger beroep bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, dat op 23 januari 2007 het vonnis van het gerecht bevestigde. Hierop volgde een cassatieberoep van The Sissies bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad behandelde de zaak op 13 februari 2009. De advocaat-generaal E.M. Wesseling-van Gent had geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden. Dit was in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en veroordeelt The Sissies in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van CERD zijn begroot op € 786,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann, en de zaak is daarmee afgesloten.