ECLI:NL:HR:2009:BG5846
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van de Universiteit van Amsterdam en de verjaring van schadeclaims
In deze zaak heeft de publiekrechtelijke rechtspersoon Universiteit van Amsterdam (UvA) te maken met een vordering tot schadevergoeding van een voormalige werknemer, aangeduid als [verweerder]. De vordering is ingesteld op basis van schade die [verweerder] stelt te hebben geleden als gevolg van arbeidsongeschiktheid die hij toeschrijft aan zijn werkzaamheden bij UvA. De rechtbank Amsterdam heeft in eerste aanleg de vordering afgewezen, waarna [verweerder] in hoger beroep is gegaan bij het gerechtshof te Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en UvA veroordeeld tot schadevergoeding, maar UvA heeft cassatie ingesteld tegen dit arrest.
De Hoge Raad heeft de zaak op 30 januari 2009 behandeld. De advocaat-generaal L. Strikwerda heeft geconcludeerd tot vernietiging van het arrest van het gerechtshof en tot verwijzing van de zaak naar een ander gerechtshof voor verdere behandeling. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het gerechtshof in zijn beoordeling van de vordering van [verweerder] niet alle relevante verweren van UvA heeft meegenomen, met name het verweer van verjaring. Dit heeft geleid tot een onjuiste rechtsopvatting door het hof. De Hoge Raad heeft het arrest van het gerechtshof vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.
De Hoge Raad heeft ook de kosten van het geding in cassatie gereserveerd, waarbij de kosten aan de zijde van UvA zijn begroot op € 446,93 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris, en aan de zijde van [verweerder] op € 348,38 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.