ECLI:NL:HR:2009:BG5843
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van schuldsanering in cassatie
In deze zaak heeft verzoeker, wonende te [woonplaats], op 29 juni 2007 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Utrecht met het verzoek om de toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft op 26 september 2007 de voorlopige toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken. Echter, bij vonnis van 30 oktober 2007 heeft de rechtbank het verzoek tot definitieve toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 17 januari 2008 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft verzoeker cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 30 januari 2009 de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof in stand zijn gebleven. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann, en is een bevestiging van de afwijzing van het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.