ECLI:NL:HR:2009:BG5620
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Cassatie in een strafzaak betreffende vuurwapenbezit op Sint Maarten
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 februari 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De verdachte, geboren in 1977 en gedetineerd op Sint Maarten, was beschuldigd van het voorhanden hebben van een pistool kaliber 9mm op 28 januari 2006. De tenlastelegging omvatte dat de verdachte dit vuurwapen had zonder dat de uitzonderingen van de Vuurwapenverordening 1930 van toepassing waren. Het Hof had vastgesteld dat de verdachte het pistool inderdaad voorhanden had, maar sprak hem vrij van andere tenlastegelegde feiten die niet wettig en overtuigend bewezen waren.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof met de bewezenverklaring de grondslag van de tenlastelegging had verlaten. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 2 tenlastegelegde en de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba voor herbehandeling. De Hoge Raad verwierp het beroep voor het overige, waarbij werd opgemerkt dat de middelen niet tot cassatie konden leiden en dat er geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling beantwoord hoefden te worden.
De uitspraak benadrukt het belang van de grondslag van de tenlastelegging en de noodzaak om deze niet te verlaten zonder dat dit goed gemotiveerd is. De beslissing van de Hoge Raad is van belang voor de rechtsontwikkeling met betrekking tot vuurwapenbezit en de toepassing van de Vuurwapenverordening 1930.