ECLI:NL:HR:2009:BG5588

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/10686
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over opzettelijke wederrechtelijke toe-eigening van een fiets

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 februari 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 25 juni 2007 had geoordeeld in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1969. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk wederrechtelijk toe-eigenen van een damesfiets, die toebehoorde aan een benadeelde partij. De feiten van de zaak betroffen een incident op 22 november 2006 te Utrecht, waar de verdachte de fiets als gevonden voorwerp onder zich had. Het Hof had in zijn uitspraak onvoldoende gemotiveerd dat de verdachte zich opzettelijk de fiets had toegeëigend, wat leidde tot de cassatie. De Advocaat-Generaal Machielse had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot verwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling. De Hoge Raad oordeelde dat de motivering van het opzet niet voldeed en vernietigde de uitspraak van het Hof. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, om opnieuw te worden berecht en afgedaan. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij de bewezenverklaring van opzet in strafzaken.

Uitspraak

3 februari 2009
Strafkamer
nr. 07/10686
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 25 juni 2007, nummer 21/004970-06, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren op [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M.J. Lamers, advocaat te Utrecht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot verwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het vierde en het vijfde middel
2.1. De middelen klagen over de motivering van het opzet.
2.2.1. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
"hij op 22 november 2006 te Utrecht, opzettelijk een damesfiets, toebehorende aan [benadeelde partij], welk goed verdachte anders dan door misdrijf, te weten als gevonden voorwerp, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend."
2.2.2. De bewezenverklaring steunt op de bewijsvoering als weergegeven in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 3.2 en 3.3.
2.3. Aldus heeft het Hof de bewezenverklaring voor zover behelzende dat de verdachte zich "opzettelijk" wederrechtelijk de fiets heeft toegeëigend, ontoereikend gemotiveerd.
2.4. De middelen slagen.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, de overige middelen geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en J. de Hullu, in bijzijn van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber, en uitgesproken op 3 februari 2009.