ECLI:NL:HR:2009:BG5588
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatie over opzettelijke wederrechtelijke toe-eigening van een fiets
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 februari 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 25 juni 2007 had geoordeeld in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1969. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk wederrechtelijk toe-eigenen van een damesfiets, die toebehoorde aan een benadeelde partij. De feiten van de zaak betroffen een incident op 22 november 2006 te Utrecht, waar de verdachte de fiets als gevonden voorwerp onder zich had. Het Hof had in zijn uitspraak onvoldoende gemotiveerd dat de verdachte zich opzettelijk de fiets had toegeëigend, wat leidde tot de cassatie. De Advocaat-Generaal Machielse had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot verwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling. De Hoge Raad oordeelde dat de motivering van het opzet niet voldeed en vernietigde de uitspraak van het Hof. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, om opnieuw te worden berecht en afgedaan. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij de bewezenverklaring van opzet in strafzaken.