ECLI:NL:HR:2009:BG5563
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Cassatie over verzuim in aanhaling van wettelijke voorschriften bij strafoplegging
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 januari 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, die gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting 'Rijnmond' te Rotterdam, had beroep ingesteld tegen een bij verstek gewezen arrest van het Hof. De advocaat van de verdachte, mr. R.J. Baumgardt, had middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Machielse concludeerde tot verwerping van het beroep, maar de Hoge Raad oordeelde anders.
De Hoge Raad constateerde dat het Hof verzuimd had om artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht aan te halen, wat betreft de strafoplegging. Dit verzuim was in strijd met de wettelijke vereisten. Daarnaast had het Hof ook artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht niet in acht genomen. De Hoge Raad besloot om de bestreden uitspraak te vernietigen, maar alleen voor zover het Hof niet het juiste wettelijke voorschrift had vermeld en niet had voldaan aan de eisen van artikel 27 Sr. De Hoge Raad heeft vervolgens zelf de nodige correcties aangebracht door artikel 63 Sr te vermelden als wettelijk voorschrift en te bepalen dat de tijd die de verdachte in verzekering heeft doorgebracht, in mindering wordt gebracht op de opgelegde gevangenisstraf van drie weken.
De Hoge Raad heeft het beroep voor het overige verworpen, wat betekent dat de andere klachten van de verdachte niet tot cassatie leidden. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van het correct aanhalen van wettelijke voorschriften bij strafopleggingen en de noodzaak voor de lagere rechters om deze voorschriften in acht te nemen. Dit arrest draagt bij aan de rechtsontwikkeling en de rechtseenheid in Nederland.