ECLI:NL:HR:2009:BG5287
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige machtiging tot opname in psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak heeft de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam op 9 juni 2008 een verzoek ingediend bij de rechtbank voor een voorlopige machtiging tot opname van een veertienjarige jongen in een psychiatrisch ziekenhuis. De rechtbank heeft op 17 juli 2008 het verzoek afgewezen, ondanks het feit dat de jongen lijdt aan PDD-NOS en een verstandelijke beperking. De rechtbank oordeelde dat er wel gevaar was, maar dat dit gevaar niet kon worden afgewend door gedwongen opname, vooral gezien de lange wachtlijst van minimaal een jaar voor behandeling in een geschikte instelling. De officier van justitie heeft hiertegen beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft op 30 januari 2009 de beschikking van de rechtbank bevestigd. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de mogelijkheid van behandeling niet als zelfstandige grond voor afwijzing van het verzoek kon worden gehanteerd. Het oordeel van de rechtbank dat de gedwongen opname disproportioneel zou zijn, gezien de omstandigheden van de zaak, werd door de Hoge Raad onderschreven. De rechtbank had niet verder hoeven motiveren waarom een gedwongen opname niet gerechtvaardigd was, aangezien het gevaar niet door opname kon worden afgewend en de psychische gezondheid van de ouders van de jongen niet als enige reden voor opname kon dienen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal strekte tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad heeft gedaan. De zaak benadrukt de zorgvuldigheid die vereist is bij het afwegen van de belangen van de betrokkene en de noodzaak van passende behandeling in plaats van gedwongen opname.