ECLI:NL:HR:2009:BG5255
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen dwangbevel tot invordering van verbeurde dwangsommen door gemeente
In deze zaak gaat het om een verzet tegen een door de Gemeente Rotterdam uitgevaardigd dwangbevel tot invordering van verbeurde dwangsommen. De eiser, B.V. MAATSCHAPPIJ TOT EXPLOITATIE VAN ONROERENDE GOEDEREN VERZICHT, heeft de Gemeente gedagvaard voor de rechtbank Rotterdam en gevorderd dat het dwangbevel buiten effect wordt gesteld. De Gemeente heeft de vordering bestreden, waarna de rechtbank op 26 november 2003 de vordering van Verzicht heeft afgewezen. Verzicht heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 8 februari 2007 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft Verzicht beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en Verzicht in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.