ECLI:NL:HR:2009:BG5048
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Voorwaardelijke machtiging en eisen aan behandelingsplan in het kader van de Wet Bopz
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 januari 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een voorwaardelijke machtiging op basis van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). De zaak betreft een verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Utrecht, die op 25 juli 2008 een verzoek indiende tot het verlenen van een voorwaardelijke machtiging voor een betrokkene, die onder behandeling stond. De rechtbank heeft de betrokkene op 19 augustus 2008 gehoord en na ontvangst van een geactualiseerd behandelingsplan op 8 september 2008, heeft zij op 15 september 2008 de verzochte machtiging verleend voor de duur van zes maanden, onder bepaalde voorwaarden. De betrokkene heeft echter beroep in cassatie ingesteld tegen deze beschikking.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de eisen die aan een behandelingsplan worden gesteld, zoals vastgelegd in artikel 14a van de Wet Bopz, onder de loep genomen. De rechtbank had vastgesteld dat het behandelingsplan was opgesteld na overleg met de betrokkene, maar er waren twijfels over de naleving van de voorwaarden. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank zelfstandig had moeten onderzoeken of redelijkerwijs kon worden aangenomen dat de betrokkene de voorwaarden zou naleven, ook al was er geen overeenstemming over het behandelingsplan. De Hoge Raad concludeerde dat de rechtbank voldoende gemotiveerd had vastgesteld dat de betrokkene, ondanks zijn bezwaren, tot op heden had meegewerkt aan zijn behandeling en dat er geen aanwijzingen waren dat hij de voorwaarden niet zou naleven.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de beschikking van de rechtbank in stand bleef. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldig opgesteld behandelingsplan en de rol van de rechter in het beoordelen van de naleving van voorwaarden in het kader van voorwaardelijke machtigingen.