ECLI:NL:HR:2009:BG4806
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- Rechtspraak.nl
Terugwerkende kracht van de afschaffing van lokale lastenvermindering in de onroerende-zaakbelastingen
In deze zaak gaat het om de terugwerkende kracht van de afschaffing van de lokale lastenvermindering in de onroerende-zaakbelastingen, die per 1 januari 2005 is ingegaan. De belanghebbende, een belastingplichtige, had een aanslag in de onroerendezaakbelastingen ontvangen van de gemeente Olst-Wijhe voor het jaar 2005. Na bezwaar en een ongegrond verklaard beroep bij de Rechtbank, heeft het Gerechtshof te Arnhem de uitspraak van de Rechtbank vernietigd en de aanslag verminderd. Het College van burgemeester en wethouders heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft op 24 april 2009 uitspraak gedaan. De Advocaat-Generaal had eerder geconcludeerd tot gegrondverklaring van het beroep in cassatie, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De Hoge Raad oordeelde dat de afschaffing van de lokale lastenvermindering voldoende voorzienbaar was voor de belastingplichtigen, waardoor de terugwerkende kracht niet in strijd was met de rechtszekerheid. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en bevestigde de uitspraak van de Rechtbank, waarmee de oorspronkelijke aanslag in stand bleef.
De zaak benadrukt het belang van rechtszekerheid en de voorzienbaarheid van wetgevende maatregelen voor belastingplichtigen. De Hoge Raad heeft in deze uitspraak duidelijk gemaakt dat wetgeving in principe niet met terugwerkende kracht kan worden toegepast, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen. In dit geval was de afschaffing van de Zalmsnip en de gevolgen daarvan voor de belastingplichtigen voldoende bekend, waardoor de terugwerkende kracht gerechtvaardigd was.