ECLI:NL:HR:2009:BG4797
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Afwijzing getuigeverzoek in strafzaak met enkelvoudige spiegelconfrontatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 januari 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een verzoek van de verdachte om getuigen te horen, dat door het Hof was afgewezen. Het Hof stelde dat het horen van de getuigen niet van belang was voor de beslissing, omdat de herkenning van de verdachte door middel van een enkelvoudige spiegelconfrontatie niet als bewijsmiddel werd gebruikt. Echter, de Hoge Raad oordeelde dat het Hof de herkenning wel degelijk had gebruikt als bewijsmiddel, waardoor de afwijzing van het verzoek niet begrijpelijk was. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de beslissingen over de feiten 1, 2, 3 en 4 en de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling.
De verdachte, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. H.K. ter Brake, had middelen van cassatie ingediend. De Advocaat-Generaal Knigge had geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het Hof ten aanzien van de feiten en de strafoplegging, en tot verwerping van het beroep voor het overige. De Hoge Raad oordeelde dat het middel terecht was voorgesteld, en dat de afwijzing van het verzoek om getuigen te horen niet in overeenstemming was met de feiten zoals deze door het Hof waren vastgesteld. De zaak zal nu opnieuw worden behandeld door het Gerechtshof, waarbij de eerdere beslissing over de getuigen zal worden heroverwogen.