ECLI:NL:HR:2009:BG4349
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de strafoplegging en terugwijzing naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 maart 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De zaak betreft een aanhoudingsverzoek van de verdachte, die gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting 'Arnhem, locatie Arnhem-Zuid'. De verdachte had een verzoek ingediend om de behandeling van zijn strafzaak aan te houden in afwachting van een reclasseringsrapport. Dit verzoek werd door het Hof afgewezen, met de overweging dat er voldoende informatie over de verdachte beschikbaar was uit eerdere rapporten en de verklaringen van de verdachte en zijn raadsvrouw tijdens de terechtzitting op 15 januari 2008.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de juiste maatstaf had toegepast bij de beoordeling van het aanhoudingsverzoek, maar dat het oordeel van het Hof niet zonder meer begrijpelijk was. De Hoge Raad merkte op dat zowel de verdediging als het Openbaar Ministerie het noodzakelijk hadden geacht dat er een reclasseringsrapport zou worden opgemaakt, maar dat dit rapport niet beschikbaar was tijdens de behandeling. De Hoge Raad concludeerde dat, gezien de bijzondere omstandigheden van de zaak en de opgelegde onvoorwaardelijke gevangenisstraf, het Hof nader had moeten motiveren waarom de verstrekte informatie tijdens de zitting voldoende was om het verzoek af te wijzen.
Uiteindelijk vernietigde de Hoge Raad de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling. De Hoge Raad verwierp het beroep voor het overige, wat betekent dat andere aspecten van de uitspraak van het Hof in stand blijven.