ECLI:NL:HR:2009:BG1662
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.W. Ilsink
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over kosten van rechtsbijstand in strafzaak met benadeelde partij
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 januari 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een verdachte die in hoger beroep was gegaan tegen een eerdere uitspraak waarin de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk was toegewezen. De benadeelde partij, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Nijssen, had een vordering ingediend voor de kosten van rechtsbijstand, die volgens het voegingsformulier € 655,93 bedroegen. Het Hof had echter geoordeeld dat de kosten van de benadeelde partij op nihil moesten worden begroot, wat de Hoge Raad niet begrijpelijk vond. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof had moeten beslissen over de gemaakte en nog te maken kosten door de benadeelde partij en dat het oordeel van het Hof niet zonder meer begrijpelijk was. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de beslissing over de proceskosten van de benadeelde partij. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling van deze kwestie. De Hoge Raad verwierp het beroep voor het overige, wat betekent dat de andere onderdelen van de uitspraak van het Hof in stand blijven. De uitspraak is gedaan door vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren J.W. Ilsink en W.M.E. Thomassen, en is gepubliceerd in de Nederlandse Jurisprudentie (NJ) 2009, 74.