ECLI:NL:HR:2009:BF3162
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- W.A.M. van Schendel
- J.W. Ilsink
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Oplegging van terbeschikkingstelling zonder advies van deskundigen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 januari 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, geboren in 1985 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Amsterdam, locatie Het Schouw', had beroep ingesteld tegen de oplegging van terbeschikkingstelling (tbs) met dwangverpleging. De verdediging stelde dat de last tot tbs in strijd was met artikel 5, eerste lid onder e, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), omdat er geen advies van een (medisch) deskundige was dat een opname in een tbs-inrichting adviseerde.
De Hoge Raad oordeelde dat de beslissing tot tbs berust bij de rechter, die deze kan opleggen op basis van de ernst van het gepleegde strafbare feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mits voldaan is aan de voorwaarden van de artikelen 37a en 37b van het Wetboek van Strafrecht. De opvatting dat een last tot tbs alleen kan worden gegeven op advies van deskundigen vindt geen steun in het recht. De Hoge Raad benadrukte dat de vrijheidsbeneming als gevolg van de rechterlijke beslissing tot tbs niet alleen valt onder artikel 5, eerste lid onder e, EVRM, maar ook onder artikel 5, eerste lid onder a, EVRM.
De Hoge Raad heeft de middelen van de verdachte verworpen en vastgesteld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM, is overschreden, maar verbond hieraan geen rechtsgevolg. De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de bevoegdheid van de rechter om terbeschikkingstelling op te leggen zonder voorafgaand advies van deskundigen, mits aan de wettelijke voorwaarden is voldaan.