ECLI:NL:HR:2009:AZ2230
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Emigratieheffing voor aanmerkelijkbelanghouders en belastingverdrag met België
In deze zaak gaat het om de vraag of de emigratieheffing voor aanmerkelijkbelanghouders in strijd is met het belastingverdrag met België of met het EG-Verdrag. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen die aan belanghebbende, een inwoner van België, is opgelegd voor het jaar 1998. Na bezwaar tegen deze aanslag heeft de Inspecteur de aanslag verminderd. Het Hof heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de aanslag verder verminderd. De Staatssecretaris van Financiën heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het middel slaagt op de gronden die zijn vermeld in een eerder arrest. De Hoge Raad oordeelt dat de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven en dat de zaak door de Hoge Raad kan worden afgedaan. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en vernietigt de uitspraak van de Inspecteur. De Hoge Raad bepaalt dat de rechtsgevolgen van de aanslag, zoals deze door de Inspecteur is verminderd, in stand blijven. Tevens wordt de Inspecteur veroordeeld in de kosten van het geding voor het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 483 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P. Lourens, C.B. Bavinck, A.R. Leemreis en J.A.C.A. Overgaauw, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2009.