ECLI:NL:HR:2008:BG7954
Hoge Raad
- Herziening
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Herziening van een veroordeling wegens niet naleven van de Wet personenvervoer 2000
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 december 2008 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een eerder vonnis van de Kantonrechter in de Rechtbank te Utrecht. De aanvrager was veroordeeld voor het niet naleven van de Wet personenvervoer 2000, specifiek voor het roken in de trein op 6 september 2006. De aanvrage tot herziening is ingediend door mr. A.P. Visser, advocaat te 's-Gravenhage, namens de aanvrager, die in 1982 is geboren en op het moment van het delict niet ter plaatse was. De aanvrage berust op een ontslagbewijs dat aantoont dat de aanvrager ten tijde van het delict niet aanwezig was, wat leidt tot de conclusie dat er sprake was van een persoonsverwisseling.
De Hoge Raad oordeelt dat de inhoud van het ontslagbewijs steun biedt voor de stelling van de aanvrager. Dit levert een ernstig vermoeden op dat, indien de Kantonrechter op de hoogte was geweest van deze feiten, hij de aanvrager van het hem tenlastegelegde zou hebben vrijgesproken. De Hoge Raad verklaart de aanvrage tot herziening gegrond en beveelt de opschorting van de tenuitvoerlegging van het vonnis van de Kantonrechter. De zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor een nieuwe behandeling.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van nieuwe bewijsmiddelen in herzieningszaken en de mogelijkheid om eerdere veroordelingen te herzien op basis van feiten die niet eerder aan de orde zijn gekomen. Dit arrest is een belangrijke stap in het waarborgen van een eerlijke rechtsgang en het voorkomen van onterechte veroordelingen.