ECLI:NL:HR:2008:BG7228
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- C.J.J. van Maanen
- J.W.M. Tijnagel
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van naheffingsaanslag loonbelasting en boete wegens vervuiling van werkkleding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 december 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure aangespannen door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de loonbelasting/premie volksverzekeringen die aan X CV was opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 1998 tot en met 31 december 2000. De naheffingsaanslag werd vergezeld van een boete. Na bezwaar tegen deze aanslag en boete, handhaafde de Inspecteur zijn besluiten. Het Gerechtshof heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur vernietigd en de naheffingsaanslag en boete verminderd.
De Hoge Raad oordeelde dat de door belanghebbende verstrekte kleding aan werknemers, hoewel deze normaal gesproken niet als werkkleding kan worden aangemerkt, onder bepaalde omstandigheden wel als zodanig kan worden beschouwd. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten, en verwees de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling en beslissing. Tevens werd opgemerkt dat er sprake was van een overschrijding van de redelijke termijn in de cassatieprocedure, wat gevolgen kan hebben voor de hoogte van de boete indien deze na verwijzing in stand blijft.
De uitspraak benadrukt de noodzaak om bij de beoordeling van werkkleding niet alleen naar de vervuiling van de kleding te kijken, maar ook naar de omstandigheden waaronder de kleding wordt gedragen. De Hoge Raad concludeerde dat de enkele vervuiling van kleding door werkzaamheden niet voldoende is om deze als werkkleding te kwalificeren, en dat de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven.