ECLI:NL:HR:2008:BG6287
Hoge Raad
- Herziening
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herzieningsverzoek wegens persoonsverwisseling in verkeerszaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 december 2008 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een eerder vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te 's-Gravenhage. De aanvrager, vertegenwoordigd door mr. S.M.C. van Beek, had verzocht om herziening van een vonnis dat hem had veroordeeld voor overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994. De Politierechter had de aanvrager een geldboete opgelegd en hem voorwaardelijk de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen ontzegd. De aanvrage tot herziening was gebaseerd op de stelling dat er sprake was van een persoonsverwisseling, wat volgens de aanvrager een omstandigheid zou zijn die herziening rechtvaardigt volgens artikel 457, eerste lid aanhef en onder 2° van het Wetboek van Strafvordering.
De waarnemend Advocaat-Generaal Bleichrodt heeft in zijn conclusie aangegeven dat de Hoge Raad de aanvrage tot herziening zou moeten afwijzen. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en geoordeeld dat de door de aanvrager gestelde omstandigheden niet kunnen worden aangemerkt als omstandigheden die herziening rechtvaardigen. De Hoge Raad heeft de aanvrage tot herziening afgewezen op basis van de gronden die door de waarnemend Advocaat-Generaal zijn genoemd.
De uitspraak benadrukt het belang van de strikte toepassing van de voorwaarden voor herziening in het strafrecht en bevestigt dat niet elke stelling van een persoonsverwisseling automatisch leidt tot herziening van een vonnis. De beslissing van de Hoge Raad is definitief en sluit de mogelijkheid van herziening in deze zaak af.