ECLI:NL:HR:2008:BG5990
Hoge Raad
- Cassatie
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over uitleg van een ruling inzake vennootschapsbelasting en beleggingen met debiteurenrisico
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een aanslag in de vennootschapsbelasting die aan belanghebbende, X N.V., is opgelegd voor het jaar 1998. Na bezwaar tegen deze aanslag heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, maar het Gerechtshof te Arnhem heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de aanslag verminderd. Deze uitspraak is echter door de Hoge Raad vernietigd in een eerder arrest van 16 december 2005, waarbij de zaak werd verwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling.
Het Hof heeft vervolgens de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de aanslag opgeheven, maar deze uitspraak is door de Staatssecretaris in cassatie aangevochten. De Hoge Raad heeft in deze procedure de uitleg van een ruling uit 1997 centraal gesteld, die betrekking heeft op beleggingen met debiteurenrisico. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof de verwijzingsopdracht te beperkt heeft opgevat door zonder nader onderzoek te concluderen dat een lening met substantieel debiteurenrisico niet als belegging in de zin van de ruling kan worden aangemerkt.
De Hoge Raad benadrukt dat bij de uitleg van de ruling meer omstandigheden van belang zijn dan alleen de tekst van de ruling zelf. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling, waarbij het Hof de inhoud van de ruling zelf nader moet onderzoeken. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten, en het verwijzingshof zal beoordelen of er een vergoeding voor de proceskosten aan belanghebbende moet worden toegekend.