ECLI:NL:HR:2008:BG5864
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over niet-ontvankelijkheid hoger beroep in schuldsaneringsregeling
In deze zaak gaat het om een verzoeker die in het kader van de schuldsaneringsregeling te maken kreeg met een niet-ontvankelijkheid in hoger beroep. De rechtbank 's-Hertogenbosch had op 4 augustus 2003 de definitieve toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken, met benoeming van een rechter-commissaris en een bewindvoerder. Op 5 augustus 2003 werd het saneringsplan vastgesteld, met een looptijd van drie jaar. Op voordracht van de rechter-commissaris heeft de rechtbank op 18 september 2006 vastgesteld dat de verzoeker tekortgeschoten was in de nakoming van verplichtingen uit de schuldsanering. De rechtbank besloot dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling eindigde op het moment dat de slotuitdelingslijst verbindend werd, maar dat de verplichtingen van de verzoeker eindigden op 4 augustus 2006.
Tegen deze beslissing heeft de verzoeker hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Na een mondelinge behandeling heeft het hof op 27 maart 2007 de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep. Hierop heeft de verzoeker cassatie ingesteld. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent was om het beroep te verwerpen. De advocaat van de verzoeker heeft op 24 oktober 2008 schriftelijk gereageerd op deze conclusie.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 5 december 2008 geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden. Dit oordeel behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de verzoeker verworpen.