ECLI:NL:HR:2008:BG3668

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
R07/032HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegde vertegenwoordiging en ondertekening van pandakte in Arubaanse zaak

In deze Arubaanse zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, heeft Bestbet Investments N.V. (hierna: Bestbet) een vordering ingesteld tegen Banco di Caribe N.V. (hierna: Banco) met betrekking tot een pandakte. Bestbet verzocht het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen en Aruba om Banco te veroordelen tot betaling van Afl. 75.000,--, vermeerderd met rente. Banco heeft de vordering bestreden, wat leidde tot een reeks tussenvonnissen waarin onder andere een deskundigenonderzoek naar de echtheid van de pandakte werd gelast. Dit onderzoek vond echter geen doorgang omdat Bestbet weigerde de kosten voor te schieten. Uiteindelijk heeft het gerecht de vordering van Bestbet afgewezen in een eindvonnis van 12 mei 2004.

Bestbet ging in hoger beroep bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, dat in een eindvonnis van 21 november 2006 de eerdere vonnissen bevestigde. Hierop heeft Bestbet cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten van Bestbet niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

In de uitspraak heeft de Hoge Raad Bestbet in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak werd gedaan door de raadsheren A. Hammerstein, O. de Savornin Lohman, F.B. Bakels en werd openbaar uitgesproken door E.J. Numann op 19 december 2008.

Uitspraak

19 december 2008
Eerste Kamer
Nr. R07/032HR
EV/IS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
BESTBET INVESTMENTS N.V.,
gevestigd te Aruba,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. M.J. van Basten Batenburg,
t e g e n
BANCO DI CARIBE N.V.,
gevestigd te Aruba,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. D.J. Beenders,
thans mr. R.A.A. Duk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Bestbet en Banco.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 8 augustus 2001 ter griffie van het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen en Aruba, zittingsplaats Aruba, hierna: het gerecht, ingekomen verzoekschrift heeft Bestbet zich gewend tot dat gerecht en verzocht Banco te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Bestbet te betalen een bedrag van Afl. 75.000,--, te vermeerderen met de overeengekomen rente van 8,75% per jaar over de hoofdsom, vanaf 24 april 2001 tot aan de dag der algehele voldoening.
Banco heeft de vordering bestreden.
Bij tussenvonnissen van 16 oktober 2002, 5 februari 2003, 15 oktober 2003 en 3 maart 2004 heeft het gerecht een verzoek in het incident afgewezen, een comparitie van partijen gelast, een onderzoek naar de echtheid van de akte van verpanding door een deskundige gelast met benoeming van een deskundige. Het deskundigenonderzoek heeft echter geen doorgang gevonden omdat Bestbet heeft geweigerd de kosten van het onderzoek voor te schieten.
Het gerecht heeft bij eindvonnis van 12 mei 2004 de vordering afgewezen.
Tegen de vonnissen heeft Bestbet hoger beroep ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, hierna: het hof.
Bij eindvonnis van 21 november 2006 heeft het hof, na tussenvonnis van 20 september 2005 waarbij Bestbet is toegelaten te bewijzen dat de ondertekende pandakte later met rekeninggegevens van Bestbet en Pisces is aangevuld en Banco in de gelegenheid is gesteld om de handtekeningenkaart in het geding te brengen, de bestreden vonnissen waarvan beroep bevestigd.
De vonnissen van het hof zijn aan dit arrest gehecht
.
2. Het geding in cassatie
Tegen de vonnissen van het hof heeft Bestbet beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Banco heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is voor Banco toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het cassatiemiddel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Bestbet in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Banco begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 19 december 2008.