ECLI:NL:HR:2008:BG3595
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling op grond van niet te goeder trouw ontstaan van schulden
In deze zaak heeft verzoekster, wonende te [woonplaats], op 9 januari 2008 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Zwolle-Lelystad met het verzoek om toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft op 8 april 2008 dit verzoek afgewezen. Verzoekster heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 7 augustus 2008 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen deze beslissing heeft verzoekster cassatie ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 19 december 2008 geoordeeld dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft daarbij verwezen naar artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier was om het beroep te verwerpen. De advocaat van verzoekster heeft op 14 november 2008 schriftelijk gereageerd op deze conclusie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.