ECLI:NL:HR:2008:BG3592
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Oneerlijke mededinging en onrechtmatige daad in de context van gesloten kaartverkoop
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil tussen [A] en de Stichting Euro 2000 over de verkoop van toegangskaarten voor het voetbaltoernooi Euro 2000. [A] heeft Euro 2000 gedagvaard en gevorderd dat de rechtbank zou verklaren dat zij geen onrechtmatige daad heeft gepleegd door de kaarten te verkopen. Euro 2000 heeft de vordering bestreden en de rechtbank te Assen heeft zich onbevoegd verklaard, waarna de zaak naar de rechtbank te 's-Hertogenbosch werd verwezen. Deze rechtbank heeft in een tussenvonnis en een eindvonnis de vorderingen van [A] afgewezen.
[A] heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 30 januari 2007 de vonnissen waarvan beroep gedeeltelijk heeft vernietigd, maar de vorderingen van [eiser 2] heeft afgewezen. Tegen dit arrest heeft [A] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen en [A] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit arrest is gewezen door de raadsheren van de Hoge Raad en openbaar uitgesproken op 19 december 2008.