ECLI:NL:HR:2008:BG3590
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling op grond van niet te goeder trouw ontstaan van schulden
In deze zaak heeft verzoeker, wonende te [woonplaats], op 9 januari 2008 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Zwolle-Lelystad met het verzoek om toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft dit verzoek op 8 april 2008 afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 7 augustus 2008 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Verzoeker heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Advocaat-Generaal J. Spier heeft in zijn conclusie tot verwerping van het beroep geadviseerd, onder verwijzing naar artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De advocaat van verzoeker heeft op 14 november 2008 schriftelijk gereageerd op deze conclusie.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 19 december 2008 geoordeeld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering vereist is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van verzoeker dan ook verworpen.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein (voorzitter), F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.