ECLI:NL:HR:2008:BG3579
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Faillissementsrecht en bestuurdersaansprakelijkheid in het faillissement van Westland Recycling B.V.
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de bestuurders van Westland Recycling B.V. in het kader van een faillissement. Westland Recycling B.V. werd op 22 december 1999 failliet verklaard, waarbij mr. J.W.H. van Wijk werd aangesteld als curator. De curator heeft vervolgens de bestuurders, aangeduid als eisers, gedagvaard en gevorderd dat zij hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het tekort in de failliete boedel. De eisers hebben de vorderingen bestreden, maar de rechtbank te 's-Gravenhage heeft in een tussenvonnis van 18 september 2002 en een eindvonnis van 21 april 2004 de vorderingen van de curator grotendeels toegewezen. Hierop hebben de eisers hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat in een tussenarrest van 27 april 2006 en een eindarrest van 19 december 2006 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd, met een beperking van de hoofdelijke aansprakelijkheid tot € 600.000,--.
De eisers hebben cassatie ingesteld tegen de arresten van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten van de eisers niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft de vordering van de curator om de eisers in de kosten van het geding te veroordelen, toegewezen. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 19 december 2008, waarbij de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk en E.J. Numann betrokken waren. De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekte tot verwerping van het cassatieberoep.