ECLI:NL:HR:2008:BG3577
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van cassatieberoep in schuldsaneringsregeling
In deze zaak heeft verzoeker, wonende te [woonplaats], op 18 oktober 2007 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Amsterdam om de toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft dit verzoek op 4 december 2007 afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 1 februari 2008 de beslissing van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker cassatie ingesteld. De Advocaat-Generaal L. Timmerman heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van verzoeker in zijn beroep.
De Hoge Raad heeft beoordeeld of het cassatieberoep ontvankelijk was. Het op 8 februari 2008 ingediende verzoekschrift van mr. C.A. Madern voldeed niet aan de eisen van artikel 426a lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, omdat het niet was ingediend of getekend door een advocaat bij de Hoge Raad. Het verzoekschrift dat door mr. J. Groen op 14 februari 2008 is ingediend, was niet tijdig ingekomen binnen de cassatietermijn, die op 9 februari 2008 verstreek. Verzoeker heeft geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die de overschrijding van de cassatietermijn zouden rechtvaardigen.
De Hoge Raad heeft geconcludeerd dat verzoeker niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn cassatieberoep. Dit arrest is gewezen op 19 december 2008 door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.